Nieuws

Forensentax van de baan (3-10-2012)

VVD en PvdA hebben in de onderhandelingen voor een nieuwe regering een deelakkoord bereikt over de begroting van 2013. Dit hebben de informateurs op 1 oktober bekend gemaakt. Onderdeel van het akkoord is onder meer dat de forensentaks niet doorgaat en de AOW-leeftijd sneller omhoog gaat. Het betreft vooralsnog een akkoord tussen beide partijen in het kader van de formatiebesprekingen en uiteindelijk heeft de Kamer het laatste woord. Voor de ondernemers/werkgevers zijn de volgende onderdelen van het akkoord van belang:

  • Voor ondernemers wordt de in het Belastingplan aangekondigde uitstelregeling uitgebreid. De grens van de uitstelregeling wordt opgetrokken van € 12.000 naar € 20.000, omdat een vergelijkbare regeling voor particulieren dezelfde grens heeft. Concreet betekent dit dat ondernemers onder bepaalde voorwaarden hun btw-afdracht een kwartaal later kunnen doen. Dit moet ondernemers enige ruimte geven om de effecten van de btw-verhoging op korte termijn op te vangen.
  • De maatregel uit het begrotingsakkoord rond de afschaffing van de fiscale reiskostenaftrek (de forensentaks) wordt in zijn geheel wordt teruggedraaid, inclusief de maatregel rond de auto van de zaak.
  • Voor werknemers die per 1 januari 2013 al deelnemen aan een vut- of prepensioenregeling en zich niet hebben kunnen voorbereiden op de AOW-leeftijdverhoging, wordt vanaf 2013 een overbruggingsregeling ontworpen. De regeling zal gelden voor deelnemers met een inkomen tot 150% WML en zal een partner- en vermogenstoets kennen (exclusief eigen woning en pensioenvermogen). Indien nodig wordt de regeling later ingevoerd met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013.
  • Voor werknemers vanaf 61 jaar tot 65 jaar zal er een doorwerkbonus worden ingevoerd. Werknemers die doorwerken tot 65,5 jaar kunnen volgens de voorstellen gemiddeld anderhalf jaar eerder met pensioen gaan zonder er financieel op achteruit te gaan. De doorwerkbonus geldt voor werknemers met een inkomen vanaf 90% WML en loopt daarna af tot 175% WML. Daarnaast wordt geïntensiveerd op de reeds bestaand mobiliteitsbonus om de arbeidsparticipatie verder te stimuleren.
  • De werknemersprikkel in de modernisering van de Ziektewet wordt met een jaar uitgesteld. Binnen een jaar wordt een alternatief gevonden om de hoge instroom van werknemers zonder vast contract in de Ziektewet het hoofd te bieden.

Bovenstaande maatregelen worden onder andere als volgt bekostigd:

  • De regeling voor vitaliteitsparen zal niet worden ingevoerd.
  • De assurantiebelasting zal met 11,3% worden verhoogd tot 21%.
  • De huidige voorschotregeling voor de AOW-leeftijdverhoging wordt afgeschaft. Deze is niet langer nodig met de nieuwe overbruggingsregeling.
  • De AOW-leeftijd wordt na 2015 versneld verhoogd

 

 

Wetsvoorstel herziening fiscale behandeling woon-werkverkeer (21-9-2012)

Met ingang van 1 januari 2013 is de vergoeding voor woon werkverkeer niet langer onbelast. De manier van reizen maakt daarbij niet uit. Zowel de vergoeding van bijvoorbeeld de autokilometers , de fietskilometers als de vergoeding voor het openbaar vervoer, ook van OV abonnementen, zijn vanaf dat moment belast.
Er is sprake van woon werkverkeer wanneer: – wordt gereisd tussen de woning en een vastgelegde werkplek; – op regelmatige basis gereisd wordt tussen woning en werk en op die werkplek in belangrijke mate werkzaamheden worden verricht en er binnen 24 uur heen en terug wordt gereisd.

Voorbeelden

Yvonne reist elke werkdag met de trein van Rotterdam naar Den Haag. Zij ontvangt daarvoor een NS trajectkaart 2e klasse met een waarde van 1286 euro. Tot 2013 kon haar werkgever deze NS kaart onbelast verstrekken. Met ingang van 2013 is Yvonne belasting verschuldigd over de NS kaart. Bij een tarief van 42% betaalt zij 540 euro belasting.
Mesut reist elke werkdag met zijn eigen auto van Amsterdam naar Zoetermeer, enkele reisafstand 60 km. Hij ontvangt hiervoor een vergoeding van zijn werkgever van 0,16 euro per km. De vergoeding bedraagt (uitgaande van 240 werkbare dagen) ongeveer 4600 euro per jaar. Tot 2013 is deze reiskostenvergoeding onbelast. Met ingang van 2013 is Mesut belasting verschuldigd over de reiskostenvergoeding van zijn woon werkverkeer. Bij een tarief van 52% betaalt hij 2400 euro belasting. De vergoeding voor zakelijke reizen blijft in 2013 onbelast. Voor deze reizen blijft het in 2013 mogelijk om 19 cent per kilometer te vergoeden of de werkelijke kosten, indien per OV wordt gereisd.

Ambulante sector:

Mensen met een ambulante functie, bijvoorbeeld werknemers in de thuiszorg en in de bouw, werken niet op een vaste werkplek. Om werknemers met een ambulante functie tegemoet te komen is er pas sprake van woon werkverkeer als langer dan één jaar naar dezelfde werkplek wordt gereisd. Als bijvoorbeeld een loodgieter langer dan een jaar werkzaam is op dezelfde bouwplaats, gelden alle reizen van de woning naar die bouwplaats als woon werkverkeer.
– Ingeval zelfstandigen (ondernemers) een overeenkomst aangaan voor minder dan een jaar gelden de reizen, die in dat jaar van de woning naar de in de overeenkomst vastgelegde werkplek worden gemaakt, als zakelijke reis.
– Bij detachering van een werknemer geldt de reis naar de werkplek als zakelijke reis (en kan dus onbelast worden vergoed) voor zover de duur van de detachering aanzienlijk korter is dan de duur van de dienstbetrekking en de duur van de detachering niet langer is dan een jaar.
Als een ambulante werknemer, bijvoorbeeld een loodgieter, regelmatig naar het magazijn van zijn werkgever gaat om daar de voorraad in zijn bestelauto aan te vullen, is geen sprake van woon werkverkeer. Indien de loodgieter daar echter verdergaande werkzaamheden verricht , bijvoorbeeld het voorbereiden van een klus, is er sprake van het in belangrijke mate verrichten van werkzaamheden, en dus van woon werkverkeer.

Auto van de zaak:

Met ingang van 1 januari 2013 worden de woon werkkilometers die met een auto van de zaak worden gemaakt, aangemerkt als privékilometers en tellen dus mee voor de vraag of er aanleiding is tot bijtelling. Bij privégebruik van een auto van de zaak, vindt er een bijtelling plaats als het privégebruik meer dan 500 km per jaar is.
De woon werkverkeerkilometers die nu als zakelijke kilometers gelden, worden met ingang van 1 januari 2013 aangemerkt als privékilometers.
In veel gevallen zullen auto’s die nu minder dan 500 km per jaar privé rijden en dus geen bijtelling hebben, na 1 januari 2013 wel onder de bijtelling vallen.
De huidige vrijstelling van bijtelling voor auto’s die minder dan 500 km privé rijden zal daarmee in belang afnemen.
De hiervoor beschreven regels rond het woon werkverkeer voor met name de ambulante werknemers en ondernemers zijn ook van belang voor de bijtelling. Pas als er sprake is van woon werkverkeer is sprake van privékilometers en dus mogelijk bijtelling.

Overgangsrecht

Er is overgangsrecht vastgesteld voor gevallen waarin vóór 25 mei 2012 een leasecontract is aangegaan of voor auto’s die vóór die datum op de balans van de ondernemer stonden en waarvoor geen bijtelling gold omdat minder dan 500 km privé werd gereden. Hiervoor geldt voor de looptijd van het contract, maar uiterlijk tot en met 31 december 2016, een verlaagd bijtellingtarief van een kwart van de normale bijtelling. Voorwaarde is dan wel dat naast de zakelijke kilometers en de woon werkkilometers per jaar niet meer dan 500 km anderszins privé wordt gereden. Wordt die grens van 500 km overschreden, dan is alsnog de volledige bijtelling van toepassing.

Voor de bestelauto van de zaak waarvoor vóór 25 mei 2012 een contract is aangegaan of die vóór die datum op de balans van de ondernemer stond en waarvoor geen bijtelling gold omdat een zogenoemde “verklaring uitsluitend zakelijk gebruik” is afgegeven, is ook overgangsrecht vastgesteld. Hiervoor geldt voor de looptijd van het contract, maar uiterlijk tot en met 31 december 2016, een verlaagd bijtellingtarief van een kwart van de normale bijtelling. Voorwaarde is dan wel dat naast de zakelijke kilometers en de woon werkkilometers per jaar niet anderszins privé wordt gereden. Indien wel anderszins privé wordt gereden, is alsnog de volledige bijtelling van toepassing.

Voorbeeld

Ivar rijdt een zuinige auto van de zaak (catalogusprijs 35.000 euro) en gebruikt deze auto voor woon werkverkeer en zakelijk verkeer. Zijn overige privékilometers blijven onder de 500 km. Ivar voldoet aan de voorwaarden voor het overgangsrecht voor de auto van de zaak. Omdat woon werkkilometers als privé aangemerkt worden overschrijdt Ivar hierdoor de 500km grens en is hij een bijtelling verschuldigd. Normaal gesproken bedraagt de bijtelling voor deze auto 20% van 35.000 euro. Tijdens de overgangsperiode bedraagt de bijtelling 25% van 20% van 35.000 euro = 1750 euro. Bij een tarief van 42% bedraagt de te betalen belasting 735 euro.

OV abonnement:

Voor OV abonnementen is, net als voor de auto van de zaak, overgangsrecht vastgesteld.
Een OV-abonnement dat vóór 25 mei 2012 is aangeschaft en dat ook na 1 januari 2013 geldig is, en dat wordt gebruikt voor woon- werkverkeer blijft onbelast zolang het abonnement nog geldig is. (WW-2013) (18-09-2012) (Belastingtijdvak: 2013, woon werkverkeer)